Wij zijn op Goede Vrijdag gesloten en telefonisch niet bereikbaar. Je leest hier meer over onze bereikbaarheid. Lees meer

Al meer ‘stoppers’ in de 1e 5 maanden van 2020 dan in heel 2019

Deel dit bericht via

In de 1e 5 maanden van 2020 deden 2,5 keer zo veel mensen een poging om te stoppen met roken met hulp van de huisarts, dan in de eerste 5 maanden van het jaar ervoor. Dit blijkt uit onderzoek van Vektis aan de hand van het aantal stoppen met roken-declaraties. In januari 2020 was het aantal mensen dat met hulp van de huisarts wilde stoppen zelfs ruim 3 keer zo hoog als in januari 2019.

Per persoon wordt maximaal 1 programma vergoed om te stoppen met roken met hulp van de huisarts. De voorlopige cijfers over de periode januari tot en met mei 2020 geven aan dat het in totaal om bijna 20 duizend mensen gaat. Ter vergelijking: in heel 2019 waren er iets meer dan 18 duizend stoppers die hulp zochten.

Geen eigen risico

Een stoppen-met-rokenprogramma wordt vergoed vanuit de basisverzekering. Vanaf 2020 brengen zorgverzekeraars geen eigen risico meer in rekening bij eerstelijns stoppen-met-rokenprogramma’s. De zorg wordt dus volledig vergoed. Mogelijk is dat 1 van de redenen waarom er zoveel meer stoppers zijn.

Ambitie 2020

In het nationaal preventieakkoord is de ambitie neergelegd dat 300 duizend rokers in 2020 een serieuze stoppoging doen en daarbij gebruik maken van effectieve zorg. Effectieve zorg is gebaseerd op de richtlijn Behandeling Tabaksverslaving en Ondersteuning bij Stoppen met Roken, zoals aangeboden in de stoppen met roken programma’s.

Populaire maanden om te stoppen

In 2019 deden de meeste mensen een stoppoging via de huisarts in januari, september en oktober. De pieken in deze maanden zijn traditiegetrouw te herleiden naar de goede voornemens aan het begin van het jaar en de nationale maand om te stoppen met roken, oktober, ook bekend onder de naam Stoptober.

Gedragsmatige ondersteuning en nicotine vervangende middelen

Hulp bij het stoppen met roken bestaat uit persoonlijke begeleiding en/of het verkrijgen van nicotine vervangende middelen zoals pleisters, zuigtabletten en kauwgom. Een mogelijke vervolgstap is gedragsmatige ondersteuning door een gekwalificeerde hulpverlener of behandelaar. Medicatie wordt alleen vergoed in combinatie met een stoppen-met-rokenprogramma, zoals persoonlijke begeleiding.

In 2019 was ruim 90% van de ondersteuning alleen gericht op gedragsmatige ondersteuning. in bijna 10% van de gevallen aangevuld met nicotine vervangende middelen en/of UR-geneesmiddelen. Dit zijn geneesmiddelen die mogelijk zorgen voor minder rookbehoefte en minder ontwenningsverschijnselen (nortriptyline, bupropion en varenicline).




Roken risicofactor voor chronische aandoeningen

Roken is 1 van de belangrijke risicofactoren voor het krijgen van een chronische aandoening. Vektis deed eerder onderzoek naar chronische aandoeningen bij 40-plussers.