Fries Datalab maakt knelpunten ouderenzorg duidelijk

Deel dit bericht via

In Friesland buigen inwoners, gemeenten, zorgverzekeraar en zorgveld zich over de vraag: ‘Hoe voorkom je dat de ouderenzorg veroudert’. Noordoost-Friesland staat de komende jaren voor een enorme opgave. Want het aantal 75-plussers stijgt tot 2050 met 74%, terwijl het aandeel 65-minners daalt met 7%. Dat blijkt uit het domeinoverstijgende regiobeeld dat Friese partijen samen met Vektis ontwikkelden voor alle betrokken partijen. 2 keer eerder spraken wij al over de voortgang van het project met de initiatiefnemers Ronald Wierstra (regiomanager gemeenten bij zorgverzekeraar De Friesland), Jildou de Jong (regio-adviseur bij ROS Friesland) en Margreet Jonker (wethouder gemeente Achtkarspelen). Inmiddels zijn belangrijke partijen als het Fries Sociaal Planbureau en DataFryslân betrokken en is gekozen voor een Friesland-brede aanpak. We praten je graag bij na een nieuwe mijlpaal: de presentatie van het Datalab.

Vektis heeft voor Datalab Friesland een dashboard ontwikkeld onder de naam ‘Zorg in de regio Friesland’. Dit dashboard toont het volledige zorggebruik vanuit de Zorgverzekeringswet en Wet langdurige zorg (Wlz), mét prognoses tot 2040. Het is bedoeld voor de provincie, subregio's binnen de provincie en de Friese gemeenten. Voor de Noordoost-Friese regio heeft Vektis ook de Wmo-kosten meegenomen. Het dashboard brengt data samen en laat zien wat de samenhang in zorg en de ondersteuning voor ouderen is. Zo vinden alle partijen elkaar makkelijker. Alle gemeenten spannen zich nu in om aan te sluiten op de Gemeentezorgspiegel van Vektis.

Een grote rol in de uitvoering van het project, is weggelegd voor DataFryslân, dat daarbij 3 stappen volgt. Met de 1e stap ‘Podium’, bracht DataFryslân partijen bij elkaar om te inspireren, delen en van elkaar te leren. Stap 2 ‘Het Lab’ is de start van het ontwerpproces’. Hiervan doen we in dit artikel verslag. En dat ontwerpproces moet leiden tot stap 3 ‘Hub’, een langere samenwerkingsperiode om te komen tot het eindproduct: een ‘Fries Venster Thuiswonende ouderen’.

Presentatie van het Lab

Dirk Postma is programmaleider van het Fries Venster Thuiswonende ouderen. In september ging een kernteam aan de slag in Het Lab. Begin oktober presenteerden zij een concept-ontwerp voor het Venster aan een livepanel en online aan geïnteresseerden van alle samenwerkingspartners in de regio.

“De zorg is niet verouderd, maar zou kunnen verouderen als we niet opgewassen blijken tegen de uitdagingen waar we voor staan”, begint Dirk zijn verhaal, waarna hij die uitdagingen nog maar eens benoemt:

  • Er is sprake van vergrijzing, met een piek in 2040.
  • Nieuwe senioren leven anders, zijn hoger opgeleid/mondiger/hebben andere wensen.
  • Er dreigt een groot tekort aan professionele en informele verzorgers.
  • Er is nieuw beleid dat gericht is op langer thuiswonen.
  • We doen een groter beroep op zelfredzaamheid en netwerk.

Op 7 september had het Lab zijn kick-off. De doelen waarmee het Lab aan de slag ging en die leidend zijn voor de Hub zijn:

  • Scherper in beeld brengen van de ontwikkeling van de zorgvraag voor de komende 20 jaar.  
  • Nader verkennen van de verschillen in zorgvraag tussen (groepen) Friese ouderen. 

 

Om tot die doelen te komen bevroeg het Lab dataorganisaties Vektis en TNO over hun zorgprognoses, maar raadpleegde ook ouderenbonden, zorgaanbieders, financiers en kennisorganisaties. Het resultaat van deze acties: 12 sturingsvragen, waarvan het Lab een aantal thema’s al gedeeltelijk heeft uitgewerkt. Deze vragen zijn in het Venster weergegeven als tegels.

De sturingsvraag weergegeven in de tegel ‘Wat is zorg’ is uitgewerkt in een ovaal van schillen van zelfzorg tot verzekerde en langdurige zorg.

De tegel ‘Wat beïnvloedt de zorg’ benoemt de factoren kwetsbaarheid op de vlakken fysiek, psychologisch, cognitief en sociaal, afgezet tegen draaglast/draagkracht. 
 
Met de tegel ‘Hoeveel zorg is wanneer nodig’ zetten we kosten en demografische data (bevolkingsgroei) over het verleden en de toekomst, af tegen de regressie (zorgvormen). 
 
Bij de tegel ‘Welke zorg is nodig’ tonen prognoses van Vektis aan dat in de komende 20 jaar het aantal mensen van 85 jaar en ouder sterk toeneemt, terwijl het aantal mantelzorgers tussen 18-64 jaar afneemt. Dat betekent een grote toestroom voor met name Wlz: medisch-specialistische zorg en wijkverpleging. 

Met de sturingsvraag op de tegel ‘Wie heeft zorg nodig’ denkt het Lab op termijn ouderen in groepen te kunnen clusteren, om een beter beeld te krijgen van benodigde zorg. Die clustering is te maken op basis van draaglast/draagkracht: 1. kwetsbaarheid, 2. zorggebruik, 3. attitude, 4. sociaal netwerk, 5. woonsituatie. Hiervoor zijn 5.000 panelleden bevraagd. Een groep zou bijvoorbeeld kunnen zijn: ‘kwetsbaar maar zelfredzaam’.

De tegel ‘Wie kan zorg bieden’ toont dat het aantal mensen onder de 75 jaar sterk afneemt, terwijl het aantal 85-plussers verdubbelt. Dat betekent dat er straks veel minder werkenden en mantelzorgers zijn om voor de ouderen te zorgen. Tegelijkertijd geldt dat op de arbeidsmarkt in de zorg de vraag veel meer groeit dan het aanbod.  

In gesprek met de panelleden 

Live aan tafel praten in het panel mee: Dick Provoost (inwonersinitiatief Trynwâlderein), Tilly Berkenbosch (gemeente Súdwest Fryslân), Frouwina van Dekken (KEaRN Welzijn), Machiel Bosma (zelfstandig adviseur) en Ronald Wierstra (regiomanager gemeenten bij zorgverzekeraar De Friesland).  
 
De vraag van Het Lab die nu aan het panel voorligt: Geeft dit ontwerp de sturingsinzichten die de partijen nodig hebben om integraal samen te werken in de zorg en ondersteuning voor thuiswonende ouderen? En hoe kan het Venster daar nog beter in voorzien? Daarop volgt een levendig gesprek. Zie voor een verslag van dit gesprek het kader onder aan dit artikel.  
 
Uit het gesprek en uit de peiling onder de online deelnemers kan geconcludeerd worden dat de data, het Venster en samenwerking onmisbare instrumenten zijn om de toekomstbestendige zorg en ondersteuning in Friesland vorm te geven.  

“Het geeft ons scherper zicht op de vraag, waardoor we gerichter keuzes kunnen maken over waarop we inzetten en met welke partijen.” 

Doorontwikkeling Venster 

Er is nog werk aan de winkel voor het Lab om in de Hub-fase te komen tot verdere uitwerking van de 12 sturingsvragen, rekening houdend met de inbreng uit deze bijeenkomst. Dirk licht toe dat de planning is om op 6 december een eindpresentatie te laten zien (aanmelden kan tegen die tijd via www.datafryslan.nl). En dan staat ook eigenaarschap, onderhoud en doorontwikkeling van het Venster op de agenda. Dirk roept iedereen op die wil meedenken over de uitwerking van onderdelen van het Venster om zich te melden voor de begeleidingsgroep.  




De presentatie van Het Lab leidde 23 september tot een waardevol gesprek. Hieronder lees je het verslag. 

Samenhang en domeinoverstijgend samenwerken

De wijze waarop het conceptontwerp is ontstaan valt bij het panel in goede aarde. De reacties zijn positief. Niet alleen zien de panelleden het belang en nut van de data. Maar juist ook de manier waarop verbinding en de samenhang tussen de verschillende data zichtbaar kan worden gemaakt is heel waardevol. “Het gaat immers om dezelfde mensen”, zegt Tilly. Machiel merkt op: “Ik vind het heel goed dat veel partijen betrokken zijn om data te verzamelen en connecten. Het is belangrijk dat we niet meer in hokjes denken, maar samenwerken.”  
 
Frouwina ziet al verschillende tegels die van toepassing en bruikbaar zijn voor welzijn. Dick, die namens een burgerinitiatief aanwezig is zegt: “Tot nog toe hadden wij, in tegenstelling tot zorgverzekeraars of gemeente, geen toegang tot regionale data. Als burger komen wij sterker te staan als we ook over cijfers kunnen beschikken. Dat geeft ons de mogelijkheid om te zien wat onze eigen rol kan zijn binnen deze toekomst.”  

 

“Een regionale kennisdata-infrastructuur is een voorwaarde om succesvol domeinoverstijgend samen te werken”, vindt Ronald. “Dat we daar nu met alle bloedgroepen een vervolg aan geven is uniek en prachtig”. 

Suggesties 

Het panel heeft ook suggesties voor thema’s die nog niet duidelijk belicht zijn in het Venster. Zo mist Machiel nog de invloed van de krapte op de arbeidsmarkt en op beschikbaar budget. “Wat is de invloed van wensen en keuzes van de nu bevraagde mensen op de toekomst”, vraagt hij zich af. “Bijvoorbeeld: ‘Als ik nu weet dat er straks geen personeel meer is, wat voor invloed heeft het als ik naar een grotere kern ga’.” 
 
Jet van Leeuwen van de Friese Huisartsen Vereniging laat via de chat weten dat er goed functionerende driehoekteams zijn, van huisartsenpraktijk, wijkverpleegkundige en sociaal domein. Het panel noemt nog andere initiatieven, zoals het provinciale project ‘Bloeizones’. Het zou mooi zijn om de effecten van die burgerinitiatieven te kunnen meten.  

Data op maat 

Tilly zou graag duidelijker de verbinding in de data willen zien tussen de verschillende vormen van zorg die mensen krijgen. Ook zou ze graag willen inzoomen naar gebieden. Het panel denkt dat de behoefte aan dataondersteuning steeds anders zal zijn en hoopt die maatwerkvragen straks ad hoc ook te kunnen stellen. Het feit dat gemeenten nog niet zo lang bezig zijn met het verzamelen en standaardiseren van data is een aspect om rekening mee te houden. 

Selectief zijn 

Andere benoemde thema’s die nog een rol kunnen spelen in het Venster zijn: het sociale netwerk en de afstand tussen inwoner en eerstelijnszorg. Maar ook laaggeletterdheid/digitalisering en het effect van informatie en innovatie zoals preventie en vernieuwende woonzorg. Soms is langdurig monitoren essentieel. 
Het panel realiseert zich dat het nodig is om selectief te zijn in wat wel en niet vast te leggen, om het Venster behapbaar en haalbaar te houden.  

Prikkels inbouwen 

De tijd is nu rijp voor eenvoudige praktische hulp. Waarom kan een oudere die slechts even een uurtje koffie wil drinken in gezelschap, alleen kiezen voor dagbesteding? Zorgaanbieders moeten gestimuleerd worden om andere keuzes te maken, die misschien minder omzet genereren. “Als gemeente kun je daarop sturen en prikkels inbouwen voor zorgaanbieders”, meent Dick.

 

 Bewustwording in de samenleving  

“In de discussie schieten verschillende partijen al snel in termen van wetgeving en financiële benadering”, merkt Dirk op. “Ze zitten vast in een denkraam. De burger praat in termen van zorg.” Dick mist overkoepeling, waarin de bewoner centraal staat. “Dat kan de aanjager zijn van de ontschotting”, meent hij.  
 
Het panel is het erover eens dat zorgaanbieders het gevoel van urgentie nog missen. Ze schuiven het probleem voor zich uit. Het woord ‘zorginfarct’ valt om de ernst van de situatie weer te geven. Het is noodzakelijk dat er bewustwording in de samenleving is. Deze data helpen om de schaarste te agenderen en mensen, ook de bewoners van Friesland, ervoor klaar te maken. En om in gesprek te gaan over wat er straks nog wel en niet meer mogelijk is in de leefomgeving.