Factsheet dementie

Deel dit bericht via

Een groeiende groep mensen in Nederland krijgt te maken met dementie. Het gaat hierbij om de mensen met dementie zelf, en hun naasten. Voor al deze mensen heeft dementie een grote impact op hun leven. Door het stijgen van het aantal mensen met dementie neemt de druk op de zorg toe. Dit geldt voor bijvoorbeeld de verpleeghuiszorg en de wijkverpleging. Overheid, wetenschap en verschillende zorgpartijen zoeken naar oplossingen om de druk op de zorg te verlagen. Zij kijken naar preventie, risicoprofilering, betere medicatie en betere organisatie van zorg. Om zorg voor mensen met dementie goed te kunnen organiseren, is het belangrijk de populatie goed in beeld te hebben. Om hoeveel mensen gaat het? Hoe oud zijn zij? Waar wonen ze en van welke zorg maken zij gebruik? In deze factsheet lees je het antwoord op deze en andere vragen.


Vektis heeft eind 2021 naar aanleiding van nieuwe inzichten de methode herijkt, waarmee we de dementiepopulatie bepalen. Hierdoor is de omvang van de populatie naar beneden bijgesteld. Klik hier voor een beschrijving van de nieuwe methode.

6% van de mensen met dementie is tussen de 40 en 65 jaar oud

In 2020 tellen we 250 duizend mensen van 40 jaar en ouder met dementie. Dat komt neer op een kleine 3% van alle 40-plussers. Circa 15 duizend van hen is tussen de 40 en 65 jaar. Dat is 6% van de totale populatie van mensen met dementie.


In de figuur zie je hoeveel mannen en vrouwen dementie hebben in 2020. Ook zie je hoe oud deze mensen zijn. 61% van hen is vrouw.

68% van de mensen met dementie woont thuis

68% van de mensen met dementie woont thuis en 32% woont in een instelling. Hierbij zijn we uitgegaan van de situatie in de laatste week van januari 2020. Van de 170 duizend thuiswonende mensen met dementie is 17% in de loop van het jaar opgenomen in een Wlz-instelling. Dat zijn circa 28,5 duizend mensen.

Meeste thuiswonende mensen met dementie in Laren, minste in Almere

Relatief gezien wonen de meeste mensen met dementie in Laren, Wageningen en Bloemendaal. Het gaat om zowel thuiswonenden als mensen in een instelling. Wanneer we alleen kijken naar de mensen met dementie die nog thuiswonen, dan ziet de top 3 er anders uit: het percentage is dan het hoogst in Wassenaar, Laren en Laarbeek. Het laagste percentage thuiswonenden vinden we in Pijnacker-Nootdorp, Buren en Alphen-Chaam.


Navigeer met je muis over de landkaart en ontdek hoeveel mensen met dementie er in jouw woonplaats wonen. Je ziet het percentage 40-plussers met dementie (thuiswonend en in een instelling samen). Daarnaast zie je ook het totaal aantal mensen met dementie, het aantal thuiswonenden en het aantal in een instelling.

Stijgende kosten dementie door duurdere verpleeghuiszorg

De zorguitgaven voor de dementiepopulatie nemen toe in de afgelopen 4 jaar, van 8,6 miljard in 2017 naar 10,6 in 2020. Dit komt voor een deel door het toenemende aantal mensen met dementie (225 duizend in 2017, 250 duizend in 2020), maar ook door duurdere verpleeghuiszorg. De grootste toename van uitgaven is te zien voor mensen met dementie die in een instelling wonen.
Circa 170 duizend mensen met dementie die in week 4 van januari 2020 (peildatum) thuis wonen krijgen voor een bedrag van in totaal 4,2 miljard euro zorg. 2,0 miljard is gefinancierd vanuit de Zvw en betreft bijvoorbeeld wijkverpleging en ziekenhuiszorg. De groep thuiswonenden ontvangt ook zorg vanuit de Wlz. Dat komt omdat een deel van de mensen Wlz-zorg thuis ontvangt en een deel van deze groep in 2020 naar een instelling is verhuisd. Hun totale Wlz-uitgaven bedragen 2,2 miljard euro.

Voor mensen met dementie die op de peildatum in een instelling wonen worden relatief weinig zorgkosten vanuit de Zvw gefinancierd. De meeste van hun zorguitgaven gaan via de Wlz: in totaal 6,2 miljard euro voor de hele groep.

27% thuiswonenden met dementie bezoekt SEH

Naast de meer dagelijkse vormen van zorg, kan het gebeuren dat mensen escalatiezorg nodig hebben. Een voorbeeld hiervan is de spoedeisende hulp (SEH) of een opname in het ziekenhuis. Het gebruik van spoedzorg wordt gezien als een indicator voor de kwaliteit van de zorg voor mensen met dementie. Het helemaal voorkomen van spoedzorg is niet mogelijk. Goede organisatie van zorg voor mensen met dementie kan het gebruik van spoedeisende zorg wel verlagen. Ook eerstelijnsverblijf (ELV) is een vorm van escalatiezorg. Dit is kortdurend verblijf in een zorginstelling voor mensen die om een medische reden tijdelijk nog niet of helemaal niet meer thuis kunnen wonen.


Circa 27% van de thuiswonende mensen met dementie is op de spoedeisende hulp geweest, 20% is opgenomen in het ziekenhuis en 4% maakte gebruik van eerstelijnsverblijf.

Grote verschillen gebruik spoedzorg dementienetwerken

In Nederland zijn circa 65 regionale dementienetwerken actief. In deze samenwerkingsverbanden werken professionals met elkaar aan goede zorg en ondersteuning voor mensen met dementie. We keken naar het gebruik van SEH door mensen met dementie, gecorrigeerd voor verschillen tussen netwerken voor leeftijd en geslacht. Als we de gecorrigeerde scores van de netwerken bekijken dan valt op dat er grote verschillen zijn tussen netwerkregio’s.


De 3 regio’s met de minste mensen op de spoedzorg:
• Netwerk Dementie Steenwijkerland
• Netwerk Dementie Zeist
• Netwerk dementie Utrechtse Heuvelrug

En de 3 met de meesten:
• Keten Dementie Zoetermeer
• Stedelijke Keten Dementie Rotterdam SKDR
• Geriatrienetwerk kwetsbare ouderen NWN

34% van de mensen met dementie heeft ook hart- en vaatziekten

Circa 146 duizend (58%) van de mensen met dementie in 2020 heeft naast dementie ook diabetes, hart- en vaatziekten of COPD. De kans is groot dat een deel van deze mensen vasculaire dementie heeft. Bij 1 op de 6 mensen met dementie is vaatschade de hoofdoorzaak. Dit kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door een verleden van hart- en vaatziekten. In de figuur zie je welke combinaties van chronische aandoeningen en dementie vaak voorkomen.

Aantal wachtenden in 2021 is afgenomen

In 2021 hebben Zorginstituut Nederland en Zorgverzekeraars Nederland de wijze waarop mensen op een wachtlijst staan - de wachtstatus - vernieuwd. De nieuwe indeling geeft meer inzicht in de wens van de klant, de behoefte aan zorg en de noodzaak van plaatsing. Er zijn vier varianten van de wachtstatus:

  • Urgent plaatsen: opname is op (zeer) korte termijn noodzakelijk (opnamenoodzaak).
  • Actief plaatsen: opname is binnen 1 of enkele maanden noodzakelijk is (opnamebehoefte).
  • Wacht op voorkeur: de cliënt wil opgenomen worden, maar pas als aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan (opnamewens).
  • Wacht uit voorzorg: de cliënt kan zich in de thuissituatie prima redden, maar wil wel op een wachtlijst staan bij een voorkeuraanbieder (geen opnamewens).

In oktober 2021 staan er circa 9.700 mensen met dementie op de wachtlijst (zorgprofiel VV5, voor mensen met een ernstige vorm van dementie). Dat zijn er 1.900 minder dan in januari. De daling wordt veroorzaakt door het lagere aantal mensen met een opnamewens (wacht op voorkeur). Het aantal mensen met een opname noodzaak of opnamebehoefte is juist toegenomen.

Wat is dementie?

Dementie is de naam voor een combinatie van symptomen, waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken. Dementie is een verzamelnaam voor ruim 50 ziektes. De meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer.


Bij dementie gaan de zenuwcellen of de verbindingen tussen zenuwcellen in de hersenen kapot of ze werken niet goed meer. In het beginstadium van dementie komen geheugenproblemen het meest voor. Later krijgen mensen met dementie problemen met denken en taal. Ook kunnen zij te maken krijgen met veranderingen in karakter en gedrag. Naarmate de ziekte erger wordt, verliest iemand met dementie steeds meer de regie over zijn eigen leven en wordt deze persoon steeds afhankelijker van de hulp van anderen.

Sommige mensen gaan heel snel achteruit, anderen kunnen nog jarenlang een redelijk normaal leven leiden. Uiteindelijk raakt iemand door de gevolgen van dementie erg verzwakt en sterft dan vaak door een ziekte of infectie.


De kans op dementie is groter op een hogere leeftijd. Bijna driekwart van de mensen met dementie is boven de 75 jaar oud. Dementie komt echter ook voor bij mensen onder de 65 jaar. We spreken van dementie op jonge leeftijd wanneer deze zich openbaart vóór de leeftijd van 65 jaar. De WHO schat dat 6-9% van het aantal mensen met dementie behoort tot de groep jonge mensen met dementie. Het is belangrijk om deze jonge groep zo goed mogelijk in beeld te hebben, omdat dementie in een vroege fase beter te behandelen is.