Feiten en cijfers bij patiëntstromen in de revalidatiezorg

Deel dit bericht via

Met 700 miljoen euro per jaar is de medisch specialistische revalidatie (MSR) slechts een kleine speler in het gehele zorgveld. Ter vergelijking: in de Zorgverzekeringswet gaat jaarlijks ruim 48 miljard euro per jaar om. “Maar revalidatie is bij uitstek netwerkgeneeskunde, en het specialisme dat in beeld komt ná de zorg. Jaarlijks ontvangen ruim 200 duizend mensen MSR” aldus Anne-Christien de Zwart, beleidsadviseur bij Revalidatie Nederland. De hoogste tijd dus om deze zorgsoort nader te bekijken. Vektis bracht de patiëntenpopulatie in kaart.

Medisch specialistische revalidatiezorg, wat is dat precies?

“MSR is simpel gezegd revalidatiezorg waarbij het doel voor de patiënt een zo goed mogelijke zelfredzaamheid, eigen regie en maatschappelijke participatie is, naast specifieke medische zorg. De revalidatiezorg wordt uitgevoerd door een revalidatiearts met of zonder revalidatieteam. Er zijn bijna 700 revalidatieartsen in ons land. Zij zijn gespecialiseerd in de problematiek waar een patiënt mee te maken krijgt na een acute situatie, zoals een hersenbloeding, amputatie of een ongeluk. Ook leveren zij niet-acute zorg, zoals bij een patiënt met een progressieve ziekte, zoals MS, Parkinson of bij complexe andere problematiek, zoals pijnrevalidatie. Het gaat vaak om combinaties van motorische, cognitieve en sociale problemen: de een leert weer volledig lopen na een ingrijpend ongeluk en gaat weer aan het werk, terwijl de ander leert omgaan met pijn en moeheid en een andere rol in het gezin moet vervullen.

Een multidisciplinair team, van verschillende therapeuten en een maatschappelijk werker, maakt onder leiding van de revalidatiearts en samen met de patiënt, een plan voor de revalidatiebehandeling. Daarbij draait uiteraard alles om de patiënt: er wordt gewerkt aan wat nog wel kan en gezamenlijk wordt bekeken wat de mogelijkheden en kansen zijn. Dat is voor iedereen verschillend. De ene persoon wil weer kunnen fietsen, de ander is al blij als hij weer zelfstandig kan wonen. Het gaat om mensen van alle leeftijden, met allerlei aandoeningen. Elk jaar revalideren 7 duizend mensen klinisch in een revalidatiecentrum. Zo’n 100 duizend mensen doen dat poliklinisch in een revalidatiecentrum, ziekenhuis of zelfstandig behandelcentrum. Eenzelfde aantal komt alleen voor een consult bij de revalidatiearts. Dat is op de poli of zij zien de revalidatiearts aan hun ziekenhuisbed, om te bepalen of zij zonder revalidatie naar huis terug kunnen of niet. Het verschilt per persoon en is onder meer afhankelijk van de vervolgschade.

Anne-Christien de Zwart, Revalidatie Nederland

Waarom is het belangrijk voor Revalidatie Nederland om meer zicht te hebben op het MSR-aandeel in de totale zorg die iemand krijgt?

MSR is ‘netwerkgeneeskunde’. Jaarlijks ontvangen ruim 200 duizend mensen MSR. Zij stromen als het ware in de MSR in, en er na revalidatie ook weer uit. Wij ‘ontvangen’ deze mensen, behandelen hen en sturen ze door naar andere zorgaanbieders, zoals de wijkverpleging. Onze revalidatieartsen overzien de medisch-inhoudelijke kant van een revalidatietraject. En nu hebben we er ook feiten en cijfers bij. Waar komen deze mensen vandaan en waar gaan ze naar toe na de revalidatieperiode? Dat is zeer nuttige informatie. Het is voor het eerst dat we zo’n compleet overzicht hebben van het volledige zorggebruik van MSR-patiënten in de tijd. VRA (Vereniging van Revalidatieartsen) en Revalidatie Nederland krijgen hierdoor inzicht in de rol en meerwaarde van de MSR in complexe, langdurige zorgtrajecten. We gaan deze inzichten gebruiken om de zorg in de keten te verbeteren of doelmatiger te maken.

Wat heeft Vektis precies uitgezocht voor jullie?

Vektis heeft alle verzekerden die in 2017 volgens de declaratiedata MSR ontvingen opgedeeld in 3 subgroepen: starters, patiënten die zowel in 2016 als in 2017 MSR ontvingen en een chronische groep patiënten die al vanaf 2015 MSR hadden. Deze 3 groepen zijn gevolgd in de tijd: welke Zvw-zorg kregen zij voor en na de MSR, in 2015, 2016 en 2018.

Met het dashboard van Vektis waar al deze informatie nu in staat, kunnen wij allerlei dwarsdoorsnedes maken naar leeftijdsgroepen, diagnosegroepen binnen MSR (zoals amputaties, dwarslaesies, hersenbloeding, etcetera) en behandelsetting (klinisch, poliklinisch of ICC-traject).

Hoe waardevol is deze informatie?

Vektis heeft een zeer waardevolle en unieke eerste stap gezet voor ons met het in beeld brengen van de patiëntstromen.

We zien het aantal 65-plussers toenemen. Kinderen vormen een meer stabiele groep. We zien hoeveel van onze patiënten ook zorg krijgen vanuit de ggz, hoeveel budget nodig is voor dure geneesmiddelen en het aandeel patiënten dat een beroep doet op de hulpmiddelenzorg.

We zien dat 16% van onze patiënten naast of na de revalidatie wijkverpleging krijgt. Dat is een grote groep en het gaat om behoorlijke bedragen per patiënt. We zien nu dus ook een stuk van de zorg in de care die gerelateerd is aan onze patiënten.

Het is noodzakelijk dat we nu eerst op zoek gaan naar duiding bij de cijfers. Waardoor komt dat, wat voor hulp krijgen deze mensen precies, kan dat anders en zo ja, wat moet er dan anders in het revalidatieproces of in de keten? Dit is slechts een voorbeeld, maar zo zijn er meer wetenswaardige aanknopingspunten. Welke vraagstukken pakken we op en welke niet? Onze wens is om ook de zorg die via de Wlz wordt gedeclareerd in beeld te krijgen. Vanaf nu wordt het alleen maar nog interessanter. “




Zorgkosten voor en na revalidatie

In 2017 bedragen de totale Zvw-kosten van mensen die in 2017 een vorm van revalidatiezorg ontvangen 3,2 miljard euro. Het gaat hierbij niet alleen om de revalidatiezorg – van consult tot behandeling – maar ook om andere ziekenhuiskosten en bijvoorbeeld wijkverpleging en hulpmiddelen.

2017 is het jaar waarin de revalidatie plaatsvond, daarom ligt het zwaartepunt qua kosten van deze groep in dat jaar. Een deel van de patiënten kreeg in 2016 een ongeval of ziekte, met gemiddeld hogere kosten. Een ander deel van de patiënten heeft een zorgvraag die ook al in 2015 tot kosten leidde. In 2018 is voor een deel van de patiënten de behandeling nog niet klaar en zijn de kosten ook nog hoger. De kosten van 2019 zijn nog niet meegenomen in de cijfers.

Tegenover kosten van MSR staan natuurlijk ook baten, zoals de economische opbrengst door terugkeer in het arbeidsproces en aan een verbeterde ervaren gezondheid. Deze kunnen we helaas niet in beeld brengen.

Figuur 1 Totaal zorguitgaven van mensen met medisch-specialistische revalidatie in 2017 (in € mln)